Westvleteren



Sint-Sixtusabdij


De Sint-Sixtusabdij is geen imposant bouwwerk. Wat bezoekers of wandelaars treft, is de eenvoud en de rust die de sobere gebouwen uitstralen. Geen klatergoud of toeristische trekpleister... alleen een gevoel van tijdloze harmonie tussen de abdij en het weidse landschap van de Westhoek. De geschiedenis van de abdij begint met Johannes Baptist Victoor die op deze plek als heremiet leefde. In 1831 verwelkomt hij hier drie kloosterlingen van de Catsberg, op zijn beurt een stichting van Notre-Dame du Gard. Eén van hen, Dom Franciscus-Maria sticht hier in 1831 het klooster. Precies veertig jaar later zal Sint-Sixtus verheven worden tot abdij. Zo begon de abdij haar geschiedenis, in een afgelegen en verlaten streek, waar stilte de enige getuige was van een leven van bidden en werken. De gebouwen die in de loop van de tijd opgetrokken werden, vertolken de groei van de abdij. Een nieuw klooster, een kerkje, een poort voor meer afzondering maar ook een boerderij, een brouwerij, een smidse, een molen, een timmerwinkel verschijnen in de annalen. ‘Ora et Labora’. De muren vertellen het verhaal van het Trappistenleven.

Brouwerij

De brouwerij komt voor de eerste maal voor in het kasboek op 15 juni 1838: 919 franken werden uitgegeven ‘voor eene oude brouwerij’. Naar men vermoedt gebeurde deze aankoop mede onder invloed van Westmalle, waarmee Westvleteren vanaf 1836 een aparte Belgische congregatie vormde. In mei 1839 bekomt Sint-Sixtus de brouwlicentie. Het kasboek maakt dan melding van een uitgave van 25,45 franken ‘voor de regten van twee gebrouwzels bier’. Dit zou betrekking hebben op het eerste brouwsel. In de loop der jaren werd de brouwerij vijfmaal verbouwd. De laatste installatie dateert pas van in 1990. Het is een geslaagde combinatie van traditie en moderne technologie. Een garantie voor een goed eindproduct.
De Trappisten behoren tot de cisterciënzerfamilie. Hun levenswijze is er een van volledige toewijding aan God. Dit komt ondermeer tot uiting in de broederlijke eenheid, eenzaamheid, stilte, gebed en... werk! Handenarbeid geniet binnen deze traditie een bijzondere achting: de inkomsten ervan dienen om in het eigen levensonderhoud te voorzien en hulp te bieden aan anderen. Het is ook een teken van solidariteit met allen die werken om den brode. Er wordt dus gebrouwen om te leven, en niet geleefd om te brouwen. Daarom wordt de Trappist Westvleteren slechts in beperkte hoeveelheden geproduceerd. De abdij en de brouwerij zijn niet te bezoeken. Geïnteresseerden kunnen wel terecht in het ‘Claustrum’, de informatieruimte in het ontmoetingscentrum ‘In de Vrede’ recht tegenover de abdij. Daar kan u van nabij kennismaken met de abdijgemeenschap. Ook de geschiedenis van de brouwerij en het brouwproces worden er nader aan u voorgesteld. Kennismaken met ons trappistenbier, dat kan in het café van ons ontmoetingscentrum.