Abdij der Trappisten van Westmalle
Al meer dan 200 jaar kiezen de trappisten van Westmalle voor een leven van gebed en arbeid. Dat is hun ware roeping, helemaal volgens de regel van Sint-Benedictus. Monniken, zo schrijft hij voor, zorgen zelf voor hun levensonderhoud. En volgens deze oude monnikentraditie, is wat ze daarbij overhouden, bestemd voor mensen in nood.
Om dat te kunnen, ontwikkelen de Trappisten van oudsher allerhande ambachtelijke en industriële bedrijvigheid. In de Abdij van Westmalle is er een boerderij, een kaasmakerij en – ongetwijfeld het meest bekend – een bierbrouwerij.
Brouwerij
Zoals bij elke Belgische trappistenabdij is er in Westmalle ook een brouwerij binnen de muren. De productie houden de monniken bewust beperkt, met bijzondere zorg voor mens en milieu. Er worden drie soorten bier gebrouwen: de Tripel, de Dubbel en de Extra.
De Tripel en de Dubbel worden te koop aangeboden: deze bieren vindt u in horecazaken, grote distributieketens, gespecialiseerde winkels en bierhandelaars in België en Nederland. En op een aantal geselecteerde plaatsen over de hele wereld. De Extra wordt slechts tweemaal per jaar gebrouwen en is alleen bedoeld voor intern gebruik: dit bier drinken de monniken en de gasten van de abdij bij het middagmaal.
Boerderij
Al van bij de stichting in 1794, is er in de abdij van Westmalle een boerderij. Lange tijd deden ze er zowel aan akkerbouw als aan veeteelt. Sinds 1932 wordt er nog uitsluitend aan veeteelt gedaan. Op dit ogenblik bestaat de veestapel hoofdzakelijk uit Groningse Blaarkoppen, een runderras dat zijn wortels heeft in het Nederlandse Groningen. Gedurende de zomer kan men de dieren bewonderen in de weilanden rond de kloostergebouwen.
In de ruime stallen binnen de abdijmuren is er plaats voor zowat driehonderd dieren. Een honderdtal melkkoeien vindt er samen met jongvee en dekstieren een onderkomen in een moderne bindstal. Die heeft verschillende voordelen: de koeien blijven veel rustiger, ze kunnen veel ouder worden en het menselijk contact met de dieren gaat niet verloren. Diervriendelijkheid is in de boerderij altijd een streefdoel. De koeien worden tweemaal per dag gemolken. Om de stress bij de koeien te verminderen, is er tijdens het melken zachte achtergrondmuziek te horen. Een groot deel van de melk wordt verwerkt in de eigen kaasmakerij, de rest gaat naar de naburige melkfabriek.
Kaasmakerij
In de abdij van Westmalle is er niet alleen een brouwerij en een boerderij, maar al sinds 1860 ook een kaasmakerij. De monniken maken er halfharde, gerijpte kaas, die in de streek enige bekendheid geniet. Kaas maken doen de monniken helemaal zelf, zonder hulp van personeel.